JAN OPSOMMER

MA 18/11: 17u-18u
DI 19/11: 14u-15u
WOE 20/11: /
DO 21/11: 17u-18u
VR 22/11: 11u-12u

JÜRGEN VAN DEN BOSSCHE

MA 18/11: 17u-18u
DI 19/11:
WOE 20/11:
DO 21/11:
VR 22/11:

PIETER DE BACKER

MA 18/11: 11u-12u
DI 19/11: 11u-12u
WOE 20/11:
DO 21/11: 11u-12u
VR 22/11: 11u-12u

T 055 31 17 70

  • by:
  • January 1st, 2017
  • Category:

Opvullen van vijvers doet stof opwaaien


Ambtshalve uitbreiding van annulatieberoep door Raad van State?

Opvullen van vijvers doet stof opwaaien: ambtshalve uitbreiding van annulatieberoep door Raad van State?

In een vonnis van 19 september 2019 oordeelt de correctionele rechtbank van Oudenaarde in een stedenbouwprocedure dat, niettegenstaande een alsnog verleende regularisatievergunning voor de inbreuk, toch een straf en een herstelvordering worden opgelegd. De verleende regularisatievergunning heeft volgens de rechtbank betrekking op een onwettige functiewijziging en wordt op basis van artikel 159 Gw. buiten toepassing gelaten. 

Krachtens de RvS-wet1, kan een bestreden besluit slechts bij uiterst dringende noodzakelijkheid (UDN) worden geschorst wanneer aan twee voorwaarden is voldaan. Er moet minstens één ernstig middelworden aangevoerd, dat prima facie tot de nietigverklaringvan het besluit kan leiden. Er moet bovendien een uiterst dringende noodzakelijkheid zijn, die onverenigbaar is met de behandelingstermijn van de gewone vordering tot schorsing. De toepassing van de UDN-procedure moet zeer uitzonderlijk blijven. Wanneer de RvS de UDN-schorsing van een bestreden besluit beveelt, rijst de vraag of de vergunningverlenende overheid hieraan kan ontsnappen door snel het geschorste besluit in te trekken en meteen een nieuw besluit te nemen met hetzelfde voorwerp. 

Exploitatie doet stof opwaaien 

Bij besluit van 9 maart 2017 verleent de deputatie van de provincie West-Vlaanderen een milieuvergunning voor een termijn van drie jaar voor het ophogen van de twee voormalige (zand)ontginningsputten/ vijvers met 110.000 m3 niet-verontreinigde uitgegraven bodem, het zeven van deze niet-verontreinigde bodem, het opvullen van de vijver met gronden voor vrij gebruik voor 150.000 m3 en het bijhorend stallen van tien voertuigen, onder meer vrachtwagens en een kraan. In beroep verleent de Vlaamse omgevingsminister op 15 september 2017 slechts een vergunning voor het ophogen van de twee voormalige ontginningsputt en/vijvers met 110.000 m3 niet-verontreinigde uitgegraven bodem, het zeven van deze niet-verontreinigde bodem en het opvullen van de vijver met gronden voor vrij gebruik voor 110.000 m3. Het stallen van de tien voertuigen wordt geweigerd. Op 20 november 2017 dienen vier omwonenden hiertegen een annulatieberoep in bij de RvS. Kort na het aanvatten van de werken op 30 januari 2018, wordt op 8 februari 2018 door één van de vier omwonenden ook een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid ingediend. Onder de vroegere regelgeving moest de vordering tot schorsing uiterlijk op het ogenblik van de vordering tot nietigverklaring worden ingediend. De wetswijziging in 2014 heeft deze termijnvoorwaarde evenwel veranderd. Ook ná de indiening van een annulatieberoep, kan men nog de schorsing of voorlopige maatregelen vorderen, en dit tot de neerlegging van het auditoraatsverslag. Dit bood een omwonende de mogelijkheid om alsnog de schorsing te vorderen, zodra hij de hinder aan den lijve kon ondervinden. 

Concreet beroept de omwonende zich op het feit dat hij ernstig in zijn woongenot geraakt wordt nu hij van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat geconfronteerd wordt met minstens 15 zwaarbeladen vrachtwagens die langs zijn woning passeren, ook op zaterdag en zondag.’ Hij wijst op de geluids- en(fijn)stof hinder die dat teweegbrengt, alsook op de onaanvaardbare mobiliteitshinder. In totaal is er tijdens de exploitatieperiode van 760 dagen, gedurende 150 dagen vrachtwagenvervoer, dat telkens in fasen van tien werkdagen plaatsvindt. 

RvS roept halt toe

De RvS overweegt dat de verzoeker van zijn belang overtuigt, nu hij op 30 tot 70 meter van de in- en uitrit woont van de vergunde site, waardoor hij mobiliteits-, geluids- en stofhinder kan ondervinden. Gedurende een periode van twee jaar, vinden er in totaal 11 tot 15 fasen plaats van telkens tien werkdagen. Op het ogenblik van het instellen van de UDNprocedure was de eerste campagne net ten einde. De RvS oordeelt dat de behandelingstermijn van de gewone vordering tot schorsing niet verenigbaar is met de hoogdringendheid waarmee de verzoeker wordt geconfronteerd. De Raad maakt daarbij geen afweging of deze hinder reeds kon worden ingeschat op het ogenblik van de indiening van het annulatieberoep. De RvS acht de mogelijk schadelijke gevolgen van de schorsing voor de vergunninghouder ondergeschikt, of minstens niet kennelijk zwaarder dan de mobiliteits-, geluids- en stofh inder van de verzoeker. Op 9 februari 2018 beveelt de RvS de schorsing bij uiterst hoogdringende noodzakelijkheid van het bestreden besluit.

Auditeur doet stof opwaaien

Een maand later, op 13 maart 2018, trekt de omgevingsminister de geschorste beslissing in en verleent een nieuwe milieuvergunning, met enkel een lichte wijziging van de opgelegde bijzondere milieuvoorwaarden. Deze wijziging komt geenszins tegemoet aan de klachten van de omwonenden. Toch dienen de verzoekende parti jen niet opnieuw een schorsings- en annulatieberoep in tegen deze nieuwe milieuvergunning. Het voeren van een dergelijke procedure brengt nu eenmaal grote kosten met zich mee. Nu de omgevingsminister, na het schorsingsarrest van de RvS, haar besluit gewoon heeft ingetrokken en vervangen door een nieuw en quasi-identiek besluit, lijkt dit een straatje zonder einde te worden. Hoewel de omgevingsminister voor de RvS voorhoudt dat het schorsingsarrest niet langer geldt en dat het annulatieberoep zonder voorwerp is, wijst de auditeur erop dat het voorwerp van het annulatieberoep ambtshalve moet worden uitgebreid tot het tweede besluit van 13 maart 2018. Door de geschorste milieuvergunning formeel in te trekken, maar tegelijk een quasi-identi eke milieuvergunning te verlenen, heeft de vergunningverlenende overheid immers het aan verzoeker bij voorraad toegekende rechtsherstel terzijde geschoven. Het door de auditeur gehuldigde principe is nobel: de georganiseerde rechtsbescherming mag niet verworden tot een lege doos door kunstgrepen van de vergunningverlenende overheid. We kijken met spanning uit naar het arrest van de Raad van State.